DE ZEILKOERSEN

In de wind, aan de wind, halve wind, ruime wind, voor de wind, overstag, gijpen

Dit zijn de zeilkoersen ook wel windroos genoemd.   Tegen de wind in klappert je zeil en kun je niet varen. Voor de wind kan je zeil aan beide kanten staan.
In het rode gebied staat je zeil aan stuurboord.  je noemt dit; zeilen over stuurboord. In het groen gebied staat je zeil aan de bakboordzijde van de boot je zeilt dan over bakboord.

bakboord & stuurboord

stuurboord(rechts) en bakboord(links) heeft niets met de wind te maken en is altijd hetzelfde.
Vroeger zat het roer altijd aan de rechterkant van een schip en stond de schipper met zijn rug (back)  naar bakkoord.

Loefzijde, Lijzijde, windzijde , hoge kant, lage kant

De stuurman zit altijd aan de loefzijde, dan heb je het best overzicht  en controle ook als de boot schuin gaat. Als je zeeziek bent en je moet overgeven  kun je dit het beste aan de lijzijde doen!

oploeven, afvallen, naar de wind toe draaien,  van de wind afdraaien, loefgierig, lijgierig, vieren,aantrekken

Als een zeilboot schuin gaat (dus helt naar lij) dan wil deze sterk oploeven. We noemen dit loefgierig zijn. Je voelt dit aan je helmstok. die trekt aan je arm. Een boot die wil afvallen is lijgierig. 

hoger wal, langswal, lagerwal

Nu weet je gelijk ook waar "Aan lager wal raken" vandaan komt.

TEST JOUW KENNIS  VAN DE ZEILTERMEN

DOE HIER EEN TEST OM TE ZIEN OF JE DE THEORIE VAN KB1  VOLDOENDE KENT