DE VOORRANGSREGELS
Dit zijn de belangrijkste regels, voor kruisende en tegengestelde koersen, op bijna al het Nederlandse binnenwater volgens het BINNENWATER POLITIE REGELEMENT (BPR)
Enige opmerkingen hierbij:
- Als je voorrang hebt dien je koers en snelheid te behouden om verwarring te voorkomen.
- De volgorde van deze regels is belangrijk. Een zeilschip dat niet stuurboordswal vaart moet dus wijken voor een motorschip dat wel stuurboordswal vaart.
- Een zeilend schip dat gelijktijdig ook de motor als voortstuwing gebruikt wordt gezien als een motorschip.
- Een groot schip is een schip langer dan 20m (of een passagierschip, een vissersschip in bedrijf, een sleepboot of een veerpont).
WAAR IS HET BPR GELDIG ?
Het BPR van toepassing op de donkerblauw gekleurde wateren: alle wateren behalve op de Rijn, de Westerschelde, het Kanaal van Gent- Terneuzen en Eems- Dollard
DE VERSCHILLENDE KOERSEN VOLGENS HET BPR
In het BPR wordt onderscheid gemaakt in tegengestelde, kruisende en oplopende koersen. Het verschil tussen een kruisende en een oplopende koers is overdag soms lastig te zien. 's Avonds is dit makkelijker; Zie je het heklicht dan ben jij een oploper, zie je een boordlicht dan ben jij een kruiser.
Een schip loopt een ander schip bij voorkeur voorbij aan de bakboordzijde van het andere schip. Een zeilschip doet dit bij voorkeur aan loef van het andere schip. Het neemt dan de wind uit de zeilen en dus gaat het voorbijlopen sneller en dus veiliger.
Een engte is een vernauwing in een vaarwater waar elkaar voorbijlopen niet mogelijk is bijvoorbeeld bij een brug. Als volgens het BPR niet is bepaald wie er voorrang heeft, geldt wie het eerst bij de engte is heeft voorrang. Als er geen goed zicht is op eventuele tegenliggers moet er een lange stoot worden gegeven met de scheepshoorn.